Het korte antwoord
De dikte van een (poreuze) absorber bepaalt hoe diep hij effectief kan dempen. Een paneel van 50 mm werkt optimaal vanaf ongeveer 500 Hz en hoger. Wil je een octaaf lager absorberen? Dan moet je de dikte telkens verdubbelen.
Het lange antwoord
In akoestiek strijden we met drie wapens: absorbers, reflectors en diffusers. Wanneer er een teveel is aan resonanties of reflecties kiezen we voor absorbers. Ze onttrekken energie aan de geluidsgolven, waardoor deze sneller uitdoven. Het resultaat? Een ‘droger’ of ‘strakker’ klinkende ruimte.
Wat is een poreuze absorber?
Drie voorbeelden van type ‘poreuze’ absorbers.
De meeste courante absorbers zijn gemaakt van materialen zoals minerale of synthetische wol, of diverse schuimen. Vaak worden ze afgewerkt met textiel voor een verzorgde look. Dit noemen we ‘poreuze’ absorbers, omdat ze grotendeels uit lucht bestaan en slechts een klein aandeel vaste materie bevatten.
Hoe dik moet een absorber zijn?
Bij muziek draait alles om toon en balans. Akoestiek vormt daarop geen uitzondering. De juiste absorber(s) kiezen en combineren is een evenwichtsoefening: voor je het weet heb je een doffe en levenloze plek gecreëerd.

Daarom is het cruciaal om eerst te bepalen wàt je precies wilt absorberen. Net zoals een producer met EQ de klankkleur van een instrument bijwerkt, zo sculpteert een akoestisch ontwerper de sound van een ruimte.
Zelf aan de slag
Op de website van acousticmodelling kun je zelf experimenteren met absorptieparameters. Vier belangrijke inzichten:
- Dikte bepaalt de laagste frequentie die wordt geabsorbeerd.
- Een luchtspouw achter de absorber maakt hem ‘akoestisch dikker’.
- Het kiezen van een zwaarder absorptiemateriaal heeft weinig impact.
- Strategisch afdekken voorkomt overabsorptie van hoge tonen.

50 mm vs. 200 mm



Voor de die-hard akoestiekliefhebber
Wil je écht de diepte in? Dan is het boek Acoustic Absorbers and Diffusers – Theory, Design and Application van Trevor J. Cox en Peter D’Antonio een absolute aanrader.
